Verschenen in FD persoonlijk van het Financieel Dagblad van 22.04.06.
In de restaurants en op de terrassen van Toulouse wordt één wijn het meest gedronken,
die uit Fronton. Dit betrekkelijk bescheiden wijngebied - oppervlak ruim 2000 hectare -
ligt niet ver ten noordoosten van de stad, om precies te zijn op 25 kilometer van het
centrale Place du Capitole. Wijn wordt er sinds mensenheugenis geproduceerd. Al tijdens de
Merovingische tijd (circa 450 tot 750) kapte men bossen ten behoeve van druivenakkers, en
toen paus Calixtus II anno 1119 in het dorp Fronton een lokale wijn te drinken kreeg, vond
hij die zo heerlijk dat een lovende beschrijving aan het perkament werd toevertrouwd.
Die wijn heette 'Négret', naar een druif die was meegebracht door ridders van de Orde van
Saint-Jean de Jérusalem. Zij op hun beurt hadden hem gevonden op Cyprus, waar de
variëteit mavro heette, Grieks voor 'zwart'. De naam négret - vandaag de dag négrette -
werd daarvan afgeleid. Fronton is de enige streek ter wereld waar deze variëteit in ruime
mate groeit.
De druif heeft veel zon nodig en liefst weinig regen, condities die rond Toulouse aanwezig
zijn. Voorts gedijt hij goed op arme grond. Ook aan die voorwaarde wordt voldaan. In en
rond Fronton is het terrein doorgaans hard en onvruchtbaar, met in de ondergrond zowel
ijzer als kwarts.
Voorts moet négrette precies op tijd geplukt worden, zeker niet te laat, want anders
verliest hij te veel zuren en ontstaat een flauwe wijn. Deze blauwe soort is bovendien
gevoelig voor oxidatie, wat betekent dat de wijnbereiding met zorg dient te geschieden.
Als de pluk en de kelderbehandelingen naar wens verlopen, ontstaat een heel plezierige
rode wijn. Een Fronton waarin zwart fruit doorgaans duidelijk te proeven valt. Bovendien
weet men van négrette frisse, eveneens fruitige rosés te maken. Eeuwenlang werd Frontons
productie alleen ter plekke geconsumeerd, en wat er resteerde ging via rivieren naar de
verschepingshaven Bordeaux, om daar anoniem te worden vermengd met andere wijnen.
In de tweede helft van de vorige eeuw ontving Fronton eindelijk een eigen identiteit, via
de beschermde herkomstbenaming Côtes du Frontonnais (later omgedoopt tot Fronton). Dat
gebeurde in 1975.
Een jaar eerder had de uit Marokko gerepatrieerde Patrick Germain zich in het gebied
gevestigd. Samen met een partner kocht hij Château Bellevue la Forêt, binnen de gemeente
Fronton, en creëerde daar de grootste wijngaard ter plekke.
Van meet af aan heeft het domein, dat 112 hectare aan druivenstokken telt, een
voorbeeldfunctie vervuld. Want de wijnen waren onberispelijk van kwaliteit en wonnen ook
talrijke onderscheidingen, alsmede loftuitingen van de pers. Zo ontving de rode 2003 een
gouden medaille op het Concours Agricole van Parijs.
Deze nu in Nederland beschikbare Château Bellevue la Forêt werd knap gecomponeerd uit
55% négrette en 5% gamay plus een melange van 40% syrah, cabernet sauvignon en cabernet
franc. Zijn soepele, sappige, vrij elegante smaak heeft niet alleen karakter, maar ook
schakeringen van zowel zwarte als rode vruchtjes, gedroogde pruimen, een hint van
laurierdrop, snufjes specerijen en een zacht bittertje: een wat ongrijpbaar geheel, maar
wel met karakter - en kwaliteit (adviesprijs euro 5,75). Heel lekker bij sudderlapjes,
lamskoteletten, biefstuk, konijn en natuurlijk ook de soorten stoofschotels die men in
Toulouse zo graag gebruikt.
Verkoopadressen via importeur Boomsma, telefoon 058-213 51 35, boomsma@boomsma.net.
www.hubrechtduijker.com
Copyright (c) 2006 Het Financieel Dagblad