Niet alleen de sierplanten die wij in deze omgeving zien, komen op ons vaak als minder
of niet bekend over, ook de gewassen op het land zijn niet altijd herkenbaar. Een
duidelijk voorbeeld vormen de groene bosschages, die wij zien als wij de fiets-uitgang
nemen en voor wij het dorp naderen naar links kijken. Ver achter het bouwland stroomt een
beek, "Ruisseau de Montbrun". Langs de oever van deze beek staat een oud
bamboe-bos. Wat in het gebied rondom Daumazan wordt verbouwd is o.a. afhankelijk van
klimaat, grondsoort en locale behoefte. Verschillende graansoorten (vooral ook haver) en
veel mais worden er verbouwd. Mais en zonnebloemen herkennen wij vooral in een laat
stadium zonder twijfel.
Er zijn nogal wat gewassen, die niet één-twee-drie herkend worden door een
Hollander, vooral niet als hij of zij in de stad is opgegroeid. Millet, Milocorn, Sorghum
of Sorgo is zo'n gewas, het wordt in onze
omgeving vrij veel verbouwd. Het heeft een lange stengel waaraan, na de bloei een
spar-appelvormige bruine tros met oliehoudende zaden komt. Dit gewas dient als veevoer,
evenals de teunisbloemen, die hier en daar mooie gele velden vormen. Deze worden eveneens
verhakseld aan het vee gevoerd. Ook de tabaksplant bloeit fraai en er zijn aardig wat
velden in de omgeving waar die planten, herkenbaar aan de grote generfde bladeren, het
landschap opvrolijken.
Zien wij distelachtige bladeren, die wij in een beginstadium niet thuis kunnen brengen,
dan is dat bijna altijd een veld met artisjokken (artichaut). In gesloten vorm werden de
grote bloemknoppen bij de groenteman aangeboden; zij vormen een delicatesse.
Van de artisjok kunnen wij de harten (coeurs) en de bodems (fonds) ook in
geconserveerde vorm kopen. Zij zijn voor veel gerechten toepasbaar. Er wordt ook een
likeur gemaakt van deze planten ender de naam "Cinar". Jammer geneeg laat men de
planten nooit tot volle bleei komen. De bloeiwijze is prachtig en ook de gedroogde bloemen
zijn teer decoratief.
Het meest worden de artisjokken in Frankrijk op tafel gebracht zoals wij ze in de
winkel zien liggen. Voor diegene die dat nog nooit geproefd heeft en niet weet wat hiermee
aan te vangen volgt hieronder een beschrijving, want het is de moeite waard, de smaak is
zeer verfijnd. De artisjok kan heel goed als voorgerecht op tafel worden gebracht. Soms
worden deze bloemknoppen gekookt verkocht, maar vers zijn ze beter. Bij de steel vlak
afsnijden en in een met water gevulde pan (met wat tout en citroensap) een half uur tot 45
min. koken. Daarna uit laten lekken. De artisjokken kunnen koud en warm gegeten worden,
warm zijn ze lets smaakvoller.
Aan tafel worden de blaadjes één voor één afgehaald en op de plaats
waar deze vast gezeten hebben wordt het zachte gedeelte afgezogen. Meestal worden deze
blaadjes v66r ze worden afgezogen in een sausje gedoopt. Bijzonder lekker is een
mosterdsaus. De blaadjes worden naar het centrum toe steeds dunner en de laatste worden
dan ook als een bosje gedoopt en afgezogen. In bet binnenste van de bloem komen de
meeldraden tevoorschijn (het ziet er uit als hooi). Deze worden weggeveegd en daarna
blijft de bodem over. Voor de meeste mensen is dat het lekkerste gedeelte. Net als bij
schaal- en schelpdieren blijft er, na de maaltijd, ontzettend veel afval over.
Verhoudingen van een lekkere mosterdsaus:
één lepel mosterd (moutarde de Dijon of Zaanse
mosterd van de"Huisman") |
één lepel (lets minder mag) bruine sulker |
drie lepels mayonaise (of soertgelijk vet-arm
product) goed roeren |
en even proeven (schrik niet van de kleur)
Zo zie je maar, je kan in Frankrijk nergens over praten
of het draait altijd wel ep lekker eten uit!