Het jeu de boules was in aanvang een Romeins spel. De Romeinen speelden hun spel met stenen ballen. Zowel het spel als de ballen hebben sindsdien nogal wat veranderingen ondergaan. In Frankrijk zijn vele eeuwen lang ballen gemaakt van palmhout (bukshout, Fr. buis). Palmhout is een harde houtsoort (2 x zo hard als eikenhout) en splijt nauwelijks. Het hout werd vroeger veel gebruikt voor meetlatten, instrumenten en mechanische onderdelen. De palmhouten ballen werden eerst gepolijst, daarna werd het oppervlak voorzien van talloze op kopspijkers gelijkende nagels. In het begin van de twintigste eeuw werden deze ballen nog op grote schaal vervaardigd. Een deel van de fabricage kwam als huisvlijt tot stand. Het belangrijkste centrum bevond zich in département Var. Vóór de tweede wereldoorlog begon men met het vervaardigen van twee halve metalen bollen, die samengesmeed werden tot één bal. Dankzij de moderne technieken vervaardigt men tegenwoordig fraaie glimmende metalen ballen, die voor een habbekrats te koop zijn. Voor de echte profs zijn er zeer fraaie exemplaren te verkrijgen, voor honderd gulden per stuk. Wie meer over de boule-bal wil weten kan het museum in Aiguines bezoeken. Dit museum is echter te ver voor een dagtochtje vanuit Daumazan.