In veel restaurants heeft wat daar aan de wanden hangt een
relatie met de streek of bet restaurant zelf. Zo ook in "Restaurant de
1'Arize" te Campagne.
Hier hangt een zeldzaam voorwerp: een berenklem.
Wie nieuwsgierig aan eigenaar Yves Paulin vraagt wat dat grote ijzeren voorwerp aan de
wand wel kan zijn, krijgt een enthousiast verhaal. Met de grote berenklem werd de
moederbeer gevangen. Vervolgens ving men daarna het jong. De jonge beren konden worden
getraind. Daar werd later op kermissen en jaarmarkten mee opgetreden. Met een dansende
beer was altijd wat te verdienen. Nog beter waren de verdiensten als men de jonge beer aan
een Amerikaan kon verkopen.
Yves gaat naar een ander vertrek om even later met twee ingelijste portretten terug te
komen. Op beide foto's staat de grootvader van de echtgenote van Yves. Op de ene foto met
een volwassen beer; op de andere staat hij met een jonge beer. Het lijkt bijna een
knuffelbeer, zo innig staan zij samen op deze laatste foto geportretteerd.
Terloops vertelt Yves dat men niet to erg tevreden is met de terugkeer van beren in de
Pyreneeën. De beren schijnen zich nog wel eens te vergrijpen aan het vee van de herders,
die daar bun kudden laten grazen. De Franse staat zorgt in zo'n geval wel voor een
schadeloosstelling, maar ook dat blijkt geen ideale oplossing te zijn. Er wordt beweerd,
dat de boeren soms bun eigen vee slachten en bet vlees verkopen om vervolgens ook nog een
vergoeding voor geleden schade van de Franse staat los te peuteren.
Onlangs heeft een jager de problemen wat beperkt door injeugdige overmoed één van de
beren af te schieten. Met dit fraaie verhaal in het achterhoofd, zouden wij een paar leuke
varianten kunnen verzinnen op het oude Nederlandse gezegde:
Men moet de huid niet verkopen eer de beer geschoten is.
BEREN 2
Vroeger hoorde de beer in de Pyreneeën thuis. Op alle manieren was zijn aanwezigheid
opgenomen in het normale leefpatroon van de locale bevolking. Werd een beer te lastig, dan
werd er op hem gejaagd. Degene die de beer had geschoten, was uiteraard de dorpsheld. Met
een getemde beer verscheen men op markten en jaarfeesten. De beer mocht daar zijn kunsten
vertonen en soms kon men zelfs met de beer vechten . In de twintigste eeuw zijn de beren
langzaam maar zeker uit deze landstreek verdwenen.Door het oprukken van de civilisatie is
heel langzaam het voor beren geschikte biotoop verkleind. Welwillende ecologen hebben
bedacht dat de beer weer terug moet in de Pyreneeën. Onder invloed van een vrij algemene
atmosfeer van "groene ideeën" is dat dan ook gebeurd. Tegenwoordig leeft er
weer een verantwoord aantal beren in de Pyreneeën. De beren zijn hier echter nauwelijks
op hun plaats. Zij verstoren in hoge mate het biologisch evenwicht en bovendien is voor de
locale, meest agrarische, bevolking de aanwezigheid van beren zeer hinderlijk.
Bevooroordeelde antropologen, met een grote sympathie voor de beer, die onder de
plaatselijke bevolking een onderzoek begonnen, hadden bij terugkomst ineens andere
gedachten. Na het studieverblijf in de Pyreneeën
blijkt hun beeld van de realiteit te zijn bijgesteld en zij bevestigen dat de beren lastig
zijn voor de bevolking. Het is de vraag of de beer in de Pyreneeën het einde van de
één-en- twintigste eeuw wel haalt, want eigenlijk is daar geen plaats meer voor beren.