via de D-117 (of N-117)
Vanaf Foix allereerst een zeer afwisselend heuvelachtig en bergachtig gebied met vaak
bosrijke weggedeelten. Het is het meest bochtige deel van de route met veel kleine dorpjes
onderweg, waar de wegen soms zo smal zijn, dat twee auto's elkaar niet of nauwelijks
kunnen passeren. Vooral dit deel van de route biedt een aantal fraaie vergezichten.
Het landschap verandert, het wordt meer rotsachtig. Geruime tijd rijden we door een kloof
met rots-poortjes en tunneltjes, langs de bruisende rivier de Aude .
Een vrij snelle verandering van het landschap geeft brede heuvelachtige vlakten te zien,
aan beide zijden door bergen omgeven. In dit gebied bevindt zich een buitengewoon groot
aantal wijngaarden; met uiteraard de nodige mogelijkheden om deze locale wijn te proeven
en aan te schaffen. Tot vlak voor Perpignan blijft het landschap uiterst aantrekkelijk.
Het meest bekoorlijke is deze rit in het late voorjaar en in het najaar. Voor de echte
wijnliefhebber natuurlijk vooral ten tijde van de wijnoogst. Onderweg is het mogelijk een
chateau of kleine musea te bezoeken.
De route valt voor een groot deel samen met les routes des Cathares en we rijden dit
gedeelte dan ook door Pays de Cathare. Deze wetenschap geeft echter, zonder
achtergrondinformatie, weinig meerwaarde aan de rit. De enkeling onder ons, die diep in de
historie van de Katharen is gedoken, zal enige toegevoegde waarde ondervinden aan dit
dagje uit. Overigens wordt men (in het Nederlands) vrij uitgebreid geïnformeerd over de
Katharen in Limoux (Aude).
Deze dagtocht voert ons van het Langue d'oc gebied naar het land van de Catalanen. Er
wordt in de Ariege sporadisch nog wel wat Occitaans gesproken, in de Roussillon echter
zijn nog velen het Catalaans machtig. Catalonië - enige tijd samen met Aragon - is
vroeger in het Middellandse Zee gebied één van de belangrijkste rijken geweest. De
Balearen en
Roussillon vormden een deel van dit rijk. Ongeveer tachtig jaar (1261 - 1279/1344) waren
Roussillon en de Balearen een min of meer zelfstandig rijk: het koninkrijk Mallorca, met
als hoofdstad Perpignan.
Perpignan is een gezellige stad met veel kleine straatjes. Verscheidene fraaie panden in
de stad getuigen van een vroegere economische bloeiperiode. Er is zo veel in deze stad te
zien, dat het verstandig is om tevoren goed geinformeerd te zijn of eerst bij het Syndicat
d'Initiative binnen te lopen. Eén van de opzienbarende zaken die men
zeker moet bezoeken is het station, waarvoor kunstenaar Salvador Dali zo'n grote
bewondering had.
In het stadsbeeld imponeert de citadel. In de zestiende eeuw bouwde men le citadel rondom
le Palais des Rois de Majorque, dat in de dertiende/- veertiende eeuw tot stand kwam. Het
paleis, waarvan de tuinen uiterst fraai
zijn, is te bezichtigen. Het is architectonisch interessant, maar het interieur is jammer
genoeg vrijwel leeg.
Het stadsplan van het centrum van Perpignan is voor het grootste deel nog oud met stegen
en pleinen. Voor de geïnteresseerde toerist is een stads- wandeling dan ook aan te
bevelen. Een aantal musea, kerken en huizen op
de wandelroute zullen een bezoek/bezichtiging meer dan waard zijn. Let vooral op de fraaie
tuinen en hoven. Beëindig de wandeling op de Place de la Loge. Voor wie op dit plein is
uitgekeken, is het advies om er op één van de terrassen een goed glas te drinken. In de
week vóór Pasen is er in Perpignan het meeste te beleven, met als belangrijk hoogtepunt
de spectaculaire processie op Goede Vrijdag. Alhoewel deze periode niet direct een ideale
vakantietijd is, is deze week
warm aanbevolen.
De meesten zullen van hun bezoek aan Perpignan een lange dag maken en als terugtocht is
dan ook aan te raden de autoroute A-9 (de z.g. CATALANA die later LANGUEDOCIENNE wordt
genoemd) te volgen tot Narbonne,
verder de A-61 (DEUX-MERS) tot Toulouse en via de gebruikelijke route weer naar Daumazan.
Het is, vooral als het al donker wordt, een stuk prettiger rijden dan de D-117.
|