Noten (1)
Door Klaas van Zijp
Er zijn van die tradities die eigenlijk niets voorstellen, maar die je toch in stand
blijft houden. Wij houden van lekker eten en van een goed glas wijn. Kieskeurig als wij
zijn, weten we dat de smaak van dranken en gerechten wel eens met het jaargetijde kan
veranderen.
Er is niets zo lekker als de eerste oogst kleine peultjes of kleine jonge tuinbonen.
Alhoewel wij geen yuppen zijn, drinken wij ieder jaar 's avonds een glas (of twee, drie)
Beaujolais primeur op de dag dat die het eerst verkrijgbaar is. Zo eten wij ook een
Hollandse Nieuwe op de dag dat de eerste haring aangevoerd is. Dat smaakt allemaal niet
anders dan een dag later, maar toch.......
Ook walnoten hoorden bij ons in het groepje van bovengenoemde producten thuis. De schone
kern van walnoten wordt door veroudering steeds geler van kleur. De smaak wordt steeds
sterker en echt oude noten gaan een beetje ranzig smaken. Vers geoogste walnoten smaken
totaal anders.
'Nieuwe noten', heette dat bij ons thuis. Deze verse walnoten hebben een volledig blanke
kern. Het schilletje dat eromheen zit, moet er eenvoudig af te trekken zijn, anders zijn
ze niet vers genoeg. Dat schilletje moet er echt wel af vóór de noten gegeten worden,
anders zijn ze scherper van smaak.
Een handje vol schoongemaakte 'nieuwe noten' is verrukkelijk, een heerlijk zachte, romige
smaak.
'Nieuwe noten' zijn in Nederland steeds moeilijker te krijgen. Tussen het plukken/rapen en
de verkoop in de winkel zit te veel tijd.
In het Franse land staan op de meest onverwachte, verlaten plaatsen vruchtbomen langs de
weg. Men heeft ons verteld dat er altijd wel een eigenaar is van die bomen en dat men de
vruchten dan ook niet zo maar mag plukken.
Als wij in het najaar een 'verdwaalde' notenboom tegenkomen, waaronder de noten blijven
liggen tot ze vertrapt worden, kunnen wij ons toch niet inhouden. Alle noten waarvan de
doppen nog een beetje zacht en vochtig zijn verzamelen we. Onze handen worden er bruin
van. Meestal ruiken deze noten lichtjes naar een schimmelige, rottende herfstgeur.
Thuis gekomen wordt het pellen, ontvellen en dan genieten maar.
Een mens kan in Frankrijk blijkbaar nog wel echt gelukkig en tevreden zijn met heel
weinig, zodat je zou denken: een kinderhand is gauw gevuld.
Noten (2)
door Ad Bruijns
Een van de aangename bezigheden van onze september-vakanties in de Ariège is het
verzamelen van in het wild voorkomende noten en vruchten. Zo ook het zoeken naar tamme
kastanjes. In de buurt van ons park staan vele wilde en tamme kastanjes. Slechts de
vruchten van de laatste zijn eetbaar. In feite zijn de twee soorten kastanjes geen familie
van elkaar. De wilde kastanje behoort tot de familie van de Aesculus, de Paardekastanje.
De tamme kastanje behoort tot de familie van de beuk. De kastanjes waarvan wij de eetbare
vruchten zoeken dragen officiëel de naam: Castanea sativa.
Tip: Eenmaal geraapt niet te lang laten liggen. Poffen of koken, bijvoorbeeld samen met
spruitjes vormen ze een ware delicatesse.